Nieuwe Jaonus: “Ik sta eigenlijk niet graag op de voorgrond”

Acht maanden heeft hij het geheim moeten houden, maar de kat is officieel uit de zak: Edwin Jansen (48) mag vanaf nu de rol van Jaonus vervullen. Vijf vragen aan de nieuwe Veldwachter van het Klein Gevolg.

Hoe voelt het om eindelijk je mond open te kunnen doen?
“Het was een bizarre gewaarwording om niks te kunnen zeggen. Alleen het bestuur en de kledingontwerpers wisten dat ik de nieuwe Jaonus zou worden. Ik heb 12 juni al te horen gekregen dat ik het mocht gaan doen. Ik was helemaal beduusd. En toen ging ook nog de bekendmaking in november niet door. Het bestuur stuurde de avond van tevoren een vrouwelijk OCS-lid langs om me dat te komen vertellen – de heren waren volgens mij bang dat ik kwaad zou worden. Ik vond het wel heel lastig om te doen alsof ik van niks wist. Moest ik nog langer boos en chagrijnig doen omdat ik het zogenaamd niet geworden was.”

Je hebt jarenlang bij de Raad van XI gezeten. Wilde je altijd al Jaonus worden?
“Vijftien jaar geleden liet ik me bij Helmut in de kappersstoel al ontvallen dat ik graag Jaonus zou willen zijn. Hij moest lachen en zei dat ik het eerst maar eens bij de Raad moest proberen. Dat heb ik echt met heel veel plezier gedaan hoor, maar toen ik hoorde dat ze een nieuwe Jaonus zochten, heb ik meteen gesolliciteerd.”

Wat doet de Veldwachter eigenlijk precies?
“Jaonus schept orde in de wanorde. Hij loopt voorop, bewaakt het Protocol, zorgt dat iedereen in het tableau vivant op de juiste plek staat. Als iemand de Prins ontmoet en die persoon ziet er te netjes uit, dan mag ik zijn pak een beetje rommelig maken. Is het te rommelig, dan moet ik het fatsoeneren.”

Hoe hoop je de rol van Jaonus in te vullen?
“We hadden vroeger een buurtagent die echt heel toegankelijk was. Tegelijkertijd dwong hij ook enorm veel respect af. Dat hoop ik als Jaonus ook uit te kunnen stralen. Momenteel heb ik een grote baard en een krulsnor, die moet ik van Mienus XIV ook absoluut laten staan. Het straalt gezag uit. Verder ben ik altijd in voor een geintje, maar wil ik ook voor iedereen klaar kunnen staan. En ik wil graag de jeugd erbij betrekken.”

Hoe wil je dat doen?
“Ik heb bijvoorbeeld voor het ontwerp van mijn pak een jonge meid gevraagd, Jill van Opstal van de dansmariekes. Ik ben hun onofficiële papa. Zij heeft samen met Simone Blom en Simone Snoek uiteindelijk een vrij sober pak ontworpen. Ik sta niet graag op de voorgrond, nu moet ik wel. Maar het gaat uiteindelijk om de Prins. Ik wil hem laten shinen.”