Zes jaar lang heeft hij Kaaiendonk mogen vermaken, maar dit Pinksterweekend neemt Bas Veldhuizen dan toch echt afscheid als nar. “Het is heel leuk om jezelf vooral niet aan het protokolder te hoeven houden.”
Hoe was het om nar te zijn?
“Superleuk! Deze rol kun je helemaal zelf invullen, dat heb je met de andere rollen binnen het Klein Gevolg toch minder. Daar heb je meer een bepaalde taak. Als nar hoef je je niet aan de regels te houden. Ik ga er eigenlijk altijd lekker blanco in. Naar draaiboeken kijk ik niet echt. Ik hoor hooguit hoe laat ik ergens moet zijn en dan probeer ik op tijd te komen.”
Wat was voor jou het hoogtepunt?
“Dat is een goede vraag! Baronie TV, de optocht, langs de verzorgingstehuizen, op bezoek bij jongeren met een beperking… Het is allemaal mooi. Maar wat ik echt een supergaaf moment vind, is toen we in het Provinciehuis hoorden dat de Commissaris van de Koning naar Kaaiendonk zou komen. Daar hadden we echt hard voor gewerkt.”
Wat wilde jij als nar neerzetten?
“Ik had mezelf voorgenomen om echt tussen het volk te gaan staan, niet alleen op het podium. Ik kreeg vrij kort van tevoren te horen dat ik nar mocht worden, dus het eerste jaar was nog een beetje een mallemolen. Maar ik ben wel echt gegroeid in mijn rol, dus naar mijn idee is mijn voornemen van toen wel geslaagd.”
Hoe ben je nar geworden?
“Ik ben gevraagd door Prins Mienus XIV. Ik heb heel lang samen met Paul in de Raad van XI gezeten en hij had blijkbaar een foto gezien van mij in het narrenpak van de vorige nar, Jan van den Biggelaar. Hij belde me en vroeg of ik dat pak misschien vaker aan wilde trekken.”
Dit jaar heeft de OCS een vacature uitgeschreven voor jouw opvolger. Waar moeten aspirerend narren zeker aan voldoen?
“De nar moet vooral zichzelf zijn en geen toneelstukje willen spelen. Dat houd je ook geen vijf dagen vol. Sowieso is onderdeel zijn van het Klein Gevolg heel intensief, zowel voor als tijdens carnaval. We gaan nog net niet samen slapen, maar verder hebben we elke dag contact. Dus die klik met de rest moet er wel zijn. En verder moet het iemand zijn die heel erg veel van carnaval houdt en een beetje prettig gestoord is.”
Hoe ga je na dit Pinksterweekend zelf carnaval vieren?
“Mijn schoonouders zijn de eigenaars van Oud-Brabant, dus ik denk dat ik daar lekker veel achter de bar ga staan. Dan kan ik het eens van de andere kant bekijken. Ik heb altijd gezegd: het mooiste feest dat we hebben maken we met zijn allen. Dat doen niet de mensen op het podium, maar de mensen die hossen in de cafés, de bouwers die de avond voor de optocht nog in de Mienushal staan, de vrijwilligers die in hun vrije tijd voorbereidingen treffen. De mensen op het podium zijn gewoon de kers op de taart.”
Nar worden? Bekijk dan hier de vacature.